De boomleeuwerik.

Wanneer u ergens op de zandgronden, op heide of stuifzand in Nederland een leeuwerik ziet met een zéér korte staart, dan is dat vrijwel zeker een boomleeuwerik. Maar de boomleeuwerik laat zich meestal eerst horen voordat je hem ziet. Tijdens de zang vliegt hij in golvende vlucht in grote kringen boven zijn territorium. Hij vliegt met een snelle vleugelslag, vergelijkbaar met die van een vleermuis. Aan het einde van de melodieuse zang laat hij zich in een spiraalvlucht naar beneden glijden. Half of eind februari zingen de eerste boomleeuweriken op de broedplaatsen. Ze komen dan terug van hun overwinteringsgebieden: Zuid-Frankrijk, Spanje, Italië en de Balkan. Najaarstrek van eind september tot in december. Voorjaarstrek van februari tot in april.